Blog Babylonische spraakverwarring
Het werk van een pijnverpleegkundige
Pijnconsulenten (zowel met achtergrond verpleegkundige als anesthesiemedewerker) zijn een waardevolle schakel voor pijnpatiënten in de kliniek en op een polikliniek pijngeneeskunde. Pijnconsulenten worden voor de acute en chronische pijnzorg steeds vaker ingezet in de kliniek en op een polikliniek pijngeneeskunde. Zij maken een onmisbaar deel uit van een behandelteam van pijnspecialisten. Het Expertisegebied van een pijnverpleegkundige staat beschreven in het document van V&VN: expertise gebied pijnverpleegkundige april 2014. Sinds 2011 is er een (Post HBO) opleiding Pijnconsulent in Nederland, waar verpleegkundigen en anesthesiemedewerkers zich kunnen bekwamen in de zorg voor patiënten met pijn. De medische taal (lees specialistentaal) is hen bekend. De kracht van het werk van een pijnconsulent ligt vaak in de vele intensieve contacten met de patiënten.
Het aanhoren van verwonderingen, onbegrip en (spraak)verwarringen die bij patiënten ontstaan in het medisch behandeltraject is voor een pijnverpleegkundige alledaagse praktijk. Het maken van een vertaalslag en interpretatie van de medische aspecten of gegevens die voor de patiënt van belang (kunnen) zijn, zijn daarom deel van hun vak.
Een voorbeeld uit de praktijk
Onlangs heb ik een patiënt gezien om een TENS (Transcutane Elektro Neurostimulatie) aan te leggen. Een behandeling die veel wordt toegepast bij vooral rugklachten, nu meer dan voorheen, omdat de facetblokkade niet meer tot de verzekerde zorg behoort. Als voorbereiding lees ik in het gehele dossier, waaronder het verslag van de radioloog. Deze specifieke patiënt had de volgende route doorlopen: verwijzing huisarts naar orthopedie met de vraagstelling heup probleem, fysiotherapie geen effect. De patiënt geeft aan rugpijn te hebben met uitstraling naar het rechter been. De orthopeed vindt geen heupafwijkingen en denkt aan iets neurologisch, waarna de verwijzing volgt naar de poli neurologie met de vraagstelling gaarne uw expertise. De neuroloog stelt de diagnose radiculair syndroom L5 op basis van een HNP met duidelijke compressie van de wortel L5 rechts. Echter laat het verslag van de radioloog het volgende zien: vergeleken met eerder geen recidief HNP L4-L5. Aankleurend littekenweefsel. Nog bulging van de discus L4-L5 met bulging in de beide foramina, maar geen aanwijzingen voor wortelcompressie ter plaatse. De neuroloog verwijst door naar de pijnpoli alwaar een pijnspecialist/anesthesioloog de patiënt vertelt “u heeft een bulging”: bolling van de tussenwervelschijf een soort van HNP. We stellen een wortelblok L5 voor en een TENS.
De patiënt uit zijn verwondering, naar mij. Wat heb ik nu eigenlijk?! Heb ik een heupprobleem, een radiculair syndroom, een bulging en ook nog eens een aankleurend litteken in mijn rug?! Hij is verward over de verschillen in diagnosen en is onzeker. Dit moet wel een complexe aandoening zijn als al die dokters iets anders zeggen. Hij zit met vragen als: Komt het ooit nog goed? Moet ik geopereerd worden? Kom ik in een rolstoel? Heb ik niet toch een second opinion nodig? Hij heeft de verzekeraar al gebeld en spreekt over een verwijzing naar ”Best doctors”…
Onze taak is dan om rust te brengen en uitleg te geven dat alle artsen hetzelfde bedoelen maar een andere taal spreken. Het stellen van (zelfs een relatief simpele) diagnose als een radiculaire pijn bij een failed back surgery syndrome (FBSS) of ook wel postlaminectomie syndroom genoemd, kan ingewikkeld ogen.
Aandacht voor taalgebruik voorgaande specialisten
Ons verzoek aan zorgverleners is dan ook: Let op wat het taalgebruik is van de voorgaande arts en vraag aan de patiënt wat hij/zij heeft begrepen van het vorige consult. Probeer op zijn minst binnen je eigen ziekenhuis één taal te spreken.
Een optie zou zijn om af en toe mee te lopen met een andere specialist waar je vaak heen verwijst of doorverwijzingen van krijgt. Een goed voorbeeld is bijvoorbeeld de rugpijnpatiënt. Het is nuttig om als pijnspecialist samen met een neuroloog en een orthopeed een paar keer rugpijnpatiënten te zien. Maak vervolgens een uniforme intake (discipline overstijgend). Initieel kost dit tijd en geld, maar dit zal op den duur kostenbesparend zijn aangezien je “nutteloze” doorverwijzingen kan besparen.
Geschreven door: Brigitte Brouwer neuroloog, Erkan Kurt neurochirurg, Han Samwel klinisch psycholoog, Ilona Thomassen lid patiëntenvereniging, Kim Wabeke pijnverpleegkundige en Martin Blomenkamp pijnverpleegkundige
Algemeen Bestuursleden van de Pijn Alliantie in Nederland (P.A.i.N.)
Sectie onderwijs
bron: Medzine