Blog Meester -gezel leermodel nog steeds geen verleden, maar we zijn op weg naar verbetering
Cognitieve dissonantie is de onaangename spanning die iemand ervaart bij tegenstrijdige overtuigingen, ideeën of opvattingen of bij handelen in strijd met de eigen overtuiging. Dit is wat wij momenteel ervaren tijdens het schrijven van deze blog.
Een op de vijf Nederlanders heeft chronische pijn. Gelukkig hebben we in Nederland veel zorgverleners die zich inzetten voor deze patiëntengroep. We werken multidisciplinair en we creëren netwerken van gelijkgestemden, maar tegelijkertijd zijn we vaak verbaasd over de verwijzingen die wij ontvangen van collegae. Het lijkt erop dat veel zorgverleners onvoldoende kennis hebben over chronische pijn. Vaak wordt er met name aandacht besteed aan de biologische oorzaak en behandeling van pijn. Maar hoe kan dat nu? Gezien het grote aanbod van patiënten is het zeer waarschijnlijk dat iedere zorgverlener regelmatig patiënten in zijn of haar spreekkamer ziet. Is er echt een gap in de kennis? Of is dat een onderbuik gevoel?
Hiervoor hebben wij het één en ander in kaart gebracht met betrekking tot pijnonderwijs in de verscheidende opleidingen. En hier komt het gevoel van cognitieve dissonantie bij ons naar boven. Wij zijn enorm trots op de door ons gevolgde opleidingen en beseffen dat de (para- en peri)medische en pijnverpleegkundige opleidingen in Nederland van hoog niveau zijn. We zijn echter tot de conclusie gekomen dat we het beter zouden kunnen doen. De opleidingen van de volgende (para- en peri)medici hebben we onder de loep genomen: anesthesiemedewerkers, anesthesiologen, fysiotherapeuten, neurochirurgen, neurologen, oefentherapeuten, pijnverpleegkundigen, psychologen en revalidatieartsen. Uit onze analyse blijkt dat in een deel van deze opleidingen geen concreet pijnonderwijsprogramma bestaat en dat het pijnonderwijs vaak in een paar dagen in de opleiding wordt geclusterd. Voor afgestudeerde verpleegkundigen is er een PostHBO opleiding van twee jaar om pijnconsulent te worden (minimaal zes uur per week, maar soms tot twintig uur per week). Dit is indrukwekkend. Het overige onderwijs vindt vaak plaats via een meester - gezel leermodel. Op zich niets mee, maar een slechte meester kan leiden tot een slechte gezel.
Gelukkig zijn wij in Nederland niet het slechtste jongetje van de klas; dit is een wereldwijd probleem. Uit de narratieve review ‘Twenty-five years of pain education research–what have we learned? Findings from a comprehensive scoping review of research into pre-registration pain education for health professionals’ (link naar artikel) kunt u lezen wat wereldwijd de stand van zaken is in het pijnonderwijs. In deze review wordt een conceptueel model aangeboden om de verschillende stakeholders in de ontwikkeling van pijneducatie te helpen. Dit biedt goede perspectieven!
Gelukkig zijn er ook nog andere lichtpuntjes. Er zijn in Nederland zeer gedreven professionals en een deel daarvan heeft zich verenigd in werkgroepen pijn van de verschillende wetenschappelijke verenigingen en beroepsverenigingen. In april 2017 hebben deze groepen zich verenigd in de Pijn Alliantie in Nederland. Wij kunnen SAMEN het verschil maken. Daar waar tot voor kort de leden van de werkgroep pijn van de Nederlandse vereniging voor Neurologie met een busje door het land heen trokken om in alle UMCs pijnonderwijs te geven, hopen wij in de nabije toekomst landelijk interdisciplinair onderwijs te ontwikkelen voor de verschillende opleidingen en (para- en peri)medici in het veld. Hierbij hopen wij dat alle pijnzorgverleners dezelfde interdisciplinaire basiskennis ontwikkelen over pijn en daarbovenop voor elk specialisme specifieke specialistische kennis en vaardigheden.
Dit onderwijs moet laagdrempelig en digitaal te bereiken zijn. Er moet aandacht zijn voor de wijze van patiëntenvoorlichting/educatie (liefst middels e-health). Verder moet de Zorgstandaard Chronische Pijn het uitgangspunt vormen voor de klinische praktijk.
Uiteindelijk willen wij de beste kwaliteit zorg voor de chronisch pijnpatiënt bieden, waarbij de Zorgstandaard Chronische Pijn de basis vormt en alle deskundigen “dezelfde taal” spreken.
Concluderend
Wij hebben in Nederland een dedicated groep zorgverleners die zich inzet voor het pijnonderwijs in de verschillende curricula. We zouden het conceptuele model van Thompson et al. 2018 kunnen gebruiken om het landelijke pijnonderwijs te verbeteren. We hebben de kennis, we hebben het netwerk, nu de implementatie nog.
Geschreven door: Brigitte Brouwer neuroloog, Erkan Kurt neurochirurg, Han Samwel klinisch psycholoog, Ilona Thomassen lid patiëntenvereniging, Kim Wabeke pijnverpleegkundige en Martin Blomenkamp pijnverpleegkundige
Algemeen Bestuursleden van de Pijn Alliantie in Nederland (PAiN)
Sectie onderwijs
Bron: Medzine