Direct contact? Bel: 06 385 97 299

Home > Nieuws > Blog chronische pijn zit ook tussen de oren. De...

Blog chronische pijn zit ook tussen de oren. Deel 1

Blog chronische pijn zit ook tussen de oren. Deel 1

Van somatiek naar integratie psychociale aspecten

Als neuroloog (op de pijnpoli) hoor ik regelmatig de zin: dokter u gaat mij toch niet vertellen dat de pijn tussen mijn oren zit. Het antwoord is dan altijd: 'Nou… alle pijn zit tussen de oren'. Ook wanneer ik met een hamer op mijn duim sla. De pijnprikkel vindt plaats in de duim maar de waarde die ik er aan toe ken (= saliency) gebeurt toch echt in mijn brein.

Patiënten zijn vaak voordat ze op de pijnpoli terecht komen bij vele andere specialisten geweest en hebben (alle) somatische behandelingen ondergaan. Een deel van deze patiënten heeft een bewezen somatische oorzaak en een deel heeft een onbegrepen pijnsyndroom. Voor mij maakt de benadering van deze patiënten niet veel uit. Ze hebben recht op de beste behandeling op alle vlakken, zowel biologisch, psychologisch als sociaal.

Maar welke tool kunnen wij (somatische specialisten) gebruiken om die stap te maken naar de psychosociale factoren zonder dat de patiënt zich onbegrepen voelt en gefrustreerd jouw behandelkamer uitloopt? Wij zijn immers geen psycholoog.

Praktische tool voor uitleg somaticus:

Ik pak altijd een wit A-4tje en begin te tekenen. Ik teken het biopsychocociale model. Neem bijvoorbeeld een patiënt met een therapieresistente pijn bij een dunnevezelneuropathie (DVN). Ik leg de patiënt uit dat de pijn biopsychosociaal bepaald is.

Biologisch = lichaam en dat is de DVN, deze aandoening veroorzaakt primair de pijn, maar zorgt er vaak voor dat patiënten somber worden, slaapproblemen hebben, problemen op werk krijgen, zich sociaal isoleren (figuur 1). Deze factoren hebben allemaal weer invloed op elkaar (figuur 2). De patiënt bevindt zich in een soort negatieve spiraal. Het merendeel van de patiënten herkent dit verhaal. Ik vraag dan ook naar eigen voorbeelden.

Eigen krachten, vanuit eigen waarden en normen

Vervolgens vertel ik dat we voor het lichamelijke deel alles geprobeerd hebben, maar dat dit niet afdoende blijkt. Ik teken de medicamenteuze behandeling uit. Indien er nog wel medicamenteuze opties zijn zal ik dit ook uit tekenen en uitleg geven.

Daarna bespreek ik de positieve aspecten. Wij mensen bevatten veel veerkracht (figuur 3).

Ik vertel ze vaak het verhaal dat wanneer ik een rugzak moet dragen met 20 kg stenen ik 2 dingen kan doen; 1. blijven zitten met de stenen in mijn rugzak, of blijven trainen totdat ik zo sterk ben dat ik dit kan dragen. De rugzak blijft, maar de hinder ervan wordt wat minder.

Ik vraag de patiënten dan wat zij zelf zien als sterke punten en waar ze kracht uit kunnen halen, maar ook de zaken waar ze extra hulp bij nodig denken te hebben van bijvoorbeeld een (pijn)psycholoog of een (pijn)psychiater. Vooral het woord “pijn” voor het woord “psycholoog” of “psychiater” geeft patiënten hoop. Het blijft anders een taboe.

Bij een dergelijk gesprek is het van belang de eigen taal van de patiënt zoveel mogelijk te gebruiken.

Als laatste vraag ik of ze hier over na willen denken en dit met hun huisarts willen bespreken. Ik geef ze altijd de keuze om nog één keer terug te komen of om het behandelpad via de huisarts (medicatie) of POH-GGZ te volgen. In ieder geval de patiënt krijgt samen met de huisarts de regie!

 

 

 

 

 

Door: Brigitte Brouwer neuroloog, Erkan Kurt neurochirurg, Han Samwel klinisch psycholoog, Ilona Thomassen lid patiëntenvereniging, Kim Wabeke pijnverpleegkundige en Martin Blomenkamp pijnverpleegkundige

Algemeen Bestuursleden van de Pijn Alliantie in Nederland (PAiN)

Sectie onderwijs

Bron: Medzine